Hand en vingermotoriek:
Behalve het programma van de oergestalten-oefeningen zijn er in de dispokinese nog een aantal speciale waarnemings-en bewustzijnsoefeningen voor handen en vingers. Hiermee kunnen we onze fijne motoriek verfijnen of, indien nodig, tot volledige ontwikkeling laten komen. (Dus een ontwikkelingsfase eventueel inhalen.)
Ook hier geldt het principe van het “ontlokken” (zie ook “oergestalten”). We zoeken goed functionerende bewegingen uit het dagelijks leven en dragen het gevoel van de bewegingen over op de oefeningen en later op het instrument.
Oefeningen zonder instrument:
Dit zijn oefeningen voor een natuurlijk, voor elke persoon eigen gevoel van beweging van de vingers, waarvan enkele speciaal voor de duimen.
Oefeningen aan de piano:
De piano heeft als enige instrument (behalve de handtrommel) de bijzondere eigenschap dat zij precies die klank weergeeft die de vingerbeweging opwekt en waarmee het bovendien mogelijk is meerdere vingers tegelijkertijd te oefenen. Daarom hebben alle instrumentalisten de mogelijkheid om aan de piano (of vleugel) door speciale aanslag-oefeningen (in verbinding met het gehoor) te leren hun vingerbewegingen apart aan te te sturen, de aanslagssterkte te doseren en daarbij een fijn, licht vinger-speelgevoel te verkrijgen.
Ook voor het gebruik van de duimen zijn verschillende oefeningen mogelijk.
Dit is een geniale oefenmethode voor musici van alle instrumenten, die vele voordelen heeft:
Door het gebruik van de mechaniek van de piano, die de dynamiek van de vingerbeweging direct in de vorm van klank weergeeft, is het niet nodig om een EMG-meetapparaat te gebruiken die de spierspanning in de onderarm meet waarbij het meetresultaat met behulp van een display in het oog moet worden gehouden. Bij de oefeningen aan de piano controleert het oor het leerproces van de bewegingsverandering, wat neurologisch gezien een veel snellere weg is. Bovendien is dit voor musici een veel logischer weg, aangezien zij “orenmensen” zijn.
Oefeningen aan het eigen instrument:
Ook bestaan er op de verschillende instrumenten afgestemde oefeningen:
Bijvoorbeeld voor de linkerhand van strijkers op het “speelbord” (de toets), of voor de hand die de stok voert. Zo ook voor de linkerhand bij de gitaar. Of voor het bedienen van de kleppen bij blaasinstrumenten.